Veel landen hebben hun eigen rode superster. Italianen hebben nebbiolo, Australiërs shiraz en Spanje heeft tempranillo. En van die naam uitspreken alleen al word ik blij, al lach ik na een paar glazen wel met mijn mond dicht.

Tempranillo: druif met karakter

Ieder z’n eigen stijl
Waarom je na een paar glazen Tempranillo beter niet meer je tanden kan laten zien lees je hier. Maar dat is dan ook meteen de enige downside van deze waanzinnige wijn. Want godallejezus, wát een diversiteit aan smaken levert Tempranillo! Het gaat van frisse en fruitige lichte zomerwijnen naar volle en dikke geconcentreerde smaakbommen tot wijnen waarin je geen fruit meer ontdekt, maar waarbij alles in het teken staat van hout en kruidige gedroogde smaken.

Kijk, dat is nog eens handige info
Het etiket geeft daarvan een indicatie en wordt de stijl van licht naar zwaar aangeduid: Joven betekent jong, betekent nauwelijks hout en betekent toegankelijk met veel fruit en wat kruidigs. Crianza wordt vrijgegeven na 2 jaar en heeft dan ten minste 6 maanden op houten vaten gelegen. De wijnen zijn zachter en voller met sappige aroma’s van rood fruit, kruiden en een pittige kick. Reserva wordt vrijgegeven na 3 jaar en heeft dan ten minste 12 maanden op houten vaten gelegen. Gran Reserva komt na 5 jaar op de markt en heeft minimaal 24 maanden op houten vaten gelegen. Die diversiteit zie je terug in de prijs, van betaalbare wijn voor alledag tot mucho dinero.

Rioja’s concurrent: Ribera
In Spanje is er in de loop der eeuwen wat af gemuteerd met die tempranillo; er zijn intussen meer dan 550 verschillende klonen geteld! De klassieke tempranillo-regio bij uitstek is Rioja. Hier wordt de druif al eeuwenlang verbouwd. De lekkerste Tempranillo’s uit Rioja zijn vaak een blend met andere druiven.

Oogst in Ribera

Tempranillo kan tegen hitte én kou
Die ondersteuning van andere druiven hebben ze in Ribera del Duero niet nodig. We gingen er rondneuzen en proeven en wat bleek? Deze wijnstreek, 120 kilometer ten noorden van Madrid, is qua oppervlakte weliswaar vijf keer kleiner dan Rioja, maar het is wél een geduchte concurrent. Het gebied ligt nog hoger dan Rioja op een bijna duizend meter hoog plateau. Tempranillo kan tegen hitte en droogte en dat komt goed uit, want het klimaat is hier extreem: stikhete zomers, ijskoude winters en een enorm verschil tussen dag- en nachttemperaturen. En in combinatie met de hoogte bouwt de druif, die ze hier ook wel ‘tinto fino’ of ‘tinto país’ noemen, een enorme complexiteit aan smaken op. Hij staat er dan ook ruim aangeplant, langs de rivier de Duero, die dwars door het plateau stroomt richting Portugal waar ze als ‘Douro’ de thuishaven is van Port.

Vega Sicilia
Het is echter niet alleen het klimaat dat een grote rol speelt, ook de bodem draagt een steentje bij – Ribera heeft meer dan dertig verschillende bodemtypes, waaronder een fijne kalkrijke. Ribera was lange tijd bekend om slechts één Bodega: Vega Sicilia. Deze produceerde decennialang de duurste wijn van Spanje en was een van de weinige kwaliteitshuizen in dit gebied. Inmiddels is dit veranderd en is Ribera del Duero een van Spanjes lievelingen, voor wijnmakers en wijndrinkers wereldwijd. Wedden dat jij ook met deze lekkere Spanjaard aan tafel wilt? Vergeet je tandenborstel niet…

Tip!
Onlangs proefde ik een hele serie Ribera del Duero-wijnen en noem me posh, maar deze Horcajo CEPA 21 van Bodegas Emilio Moro is een knaller van (oeps!) tachtig euro en viel bijzonder goed in de smaak. Wat een prachtwijn! Complex maar sappig, barstensvol zwart fruit, hartverwarmend en zwoel. Zet je Big Green Egg maar vast aan, want deze wijn smeekt om te drinken bij gegrilde gerechten. Al dan niet bij een romantisch haardvuur. Voor vleeseters: lamsvlees, voor vega’s: langzaam gegaarde en gegrilde wortelen, zoete aardappelen en gemarineerde oesterzwammen. Buen provecho!

Een wijn om verliefd op te worden!

Meer drink, eet en reistips? Volg me gerust!