In 1985 werd in veilinghuis Christie’s voor het astronomische bedrag van 156.000 dollar een fles Château Lafite Bordeaux uit 1787 verkocht. De hele bieding duurde 1 minuut en 39 seconden. De fles, die ooit in handen zou zijn geweest van de Amerikaanse president Thomas Jefferson, werd gekocht door uitgeversfamilie Forbes. Ontdekker van de bijzondere fles wasde Duitse wijnverzamelaar Hardy Rodenstock. Maar waar hij de wijn precies had gevonden weigerde hij te onthullen. En nu is hij niet meer. Op 19 mei 2018 is hij overleden. Vraag blijft: Belazerde hij de boel? En vooral: hoe?!

Het verhaal begint hier..
Thomas Jefferson had een enorme liefde voor wijn. Als ambassadeur in Frankrijk was hij in aanraking gekomen met de mooiste Franse wijnen. Hij bestelde regelmatig een aantal kisten direct van de beroemdste châteaux. Eenmaal president liet hij enorme kelders onder het Witte Huis aanleggen en bouwde hij in twee ambtsperiodes een waardige collectie van zo’n 20.000 flessen op.

Thomas Jefferson op een two-dollar bill, hoe toepasselijk..

 Rodenstock (68), voorheen manager van Duitse schlageracts en moeiteloos van bier en schnaps naar prestigieuze wijn overgestapt, stond bekend om zijn exorbitante wijnproeverijen en legendarische wijnfeesten, die soms wel een week achtereen duurden. Eeuwenoude wijnen werden geledigd door wijnhandelaren, wijncriticasters waaronder Robert Parker en Jancis Robinson en Duitse prominenten als Franz Beckenbauer en Wolfgang Porsche. Magnumflessen Pétrus uit de 18eeeuw, tachtig flessen van ’s werelds beroemdste dessertwijn Yquem, allemaal uit een ander jaar en geschonken in speciale naar Rodenstock vernoemde Riedelglazen. Spugen was tijdens deze proeverijen uit den boze. ‘You don’t spit away history!’ schreeuwde Rodenstock met zijn typisch Duitse accent. ‘You drink it!’ Michael Broadbent, wijnexpert en hoofd van Christie’s wijnafdeling, verstopte zijn zakdoek in zijn schoot, bang om betrapt te worden.

Waar haalde Rodenstock al die bijzondere flessen toch vandaan?

Een tappit hen
Bij een proeverij in Hamburg kwam Rodenstock zelfs ooit op de proppen met een ‘tappit hen’, een in onbruik geraakt uiterst zeldzaam bolvormig soort fles, van Lafite 1811. En 1811 gold als het beste wijnjaar voor Bordeaux uit de hele eerste helft van de 19eeeuw. Zelfs zijn vrienden werden steeds nieuwsgieriger. Verloren wijnen van de tsaren uit de 19eeeuw die zelfs de Russen niet hadden gevonden, Château Ausone ’29 uit de Schotse Hooglanden, honderd kisten oude Bordeaux uit Venezuela… Waar haalde hij al die flessen toch vandaan? Rodenstock zweeg als het graf – net als over zijn privé-leven en financiële omstandigheden.

Bijzondere lege flessen, daar begint het mee

 Parijse kelder
Journalist Benjamin Wallace las enkele memoires van Jancis Robinson over de Jefferson fles en raakte gefascineerd. Wat was dit voor intrigerende en mysterieuze wereld, bezaaid met excentriekelingen? Hoe meer hij zich erin verdiepte, hoe spannender het werd. In A Billionair’s Vinegar verhaalt hij op smeuïge wijze over wat al gauw bekend kwam te staan als de grootste wijnzwendel ooit. We zochten Wallace op in zijn woonplaats Brooklyn, want ook wij waren enorm gefascineerd geraakt door dit verhaal. Benjamin: ‘Het leek me een geweldig verhaal met al die interessante karakters als de Britse veilingmeester Broadbent, Rodenstock, die als de Indiana Jones van de wijn overal ter wereld de zeldzaamste flessen uit verloren gewaande kelders tevoorschijn tovert en William Koch, de buitenissige miljardair die de zwendel aan het licht probeert te brengen.’

Een fles Lafite van 198 jaar oud was zeldzamer dan zeldzaam. En als die fles ook nog had toebehoord aan de derde president van Amerika, dan was dat ronduit verbijsterend. Hoe kwam Rodenstock aan de fles? Benjamin: ‘Rodenstock claimde dat hij de flessen Lafite Bordeaux, waar de initialen ‘Th. J.’ in gegraveerd stonden, had gevonden in een verborgen, volmaakt verzegelde Parijse kelder. Geen gek idee: vanwege de gerechtvaardigde vrees dat de Duitsers hun wijn zouden stelen, metselden mensen in heel Frankrijk tijdens de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog gedeelten van hun kelders dicht om hun wijnflessen te verbergen.’

Echt, of toch niet?
Toch wekte de vondst van Rodenstock vanaf het begin argwaan. Benjamin: ‘Dit werd gevoed door het feit dat hij weigerde te onthullen wáár in Parijs hij de ontdekking deed en hoeveel flessen hij precies in bezit had. De ene keer sprak hij over een dozijn flessen, dan weer over ‘een stuk of dertig’. En het was ook vreemd dat de flessen van Thomas Jefferson nergens stonden vermeld in de minutieus bijgehouden administratie.’

 Het gerucht van een zwendel werd in de wereld gebracht en er kwamen twee kampen tegenover elkaar te staan: degenen die bij hoog en laag beweerden dat de fles wijn authentiek was, zoals Broadbent, en degenen die Rodenstock wilden ontmaskeren, waaronder de Amerikaanse miljardair William Koch, die zich behoorlijk euh.. bekocht voelde.

De Thomas Jefferson-flessen: omringd door mysterie

Geflest
De flamboyante Koch, die, saillant detail, in 1992 als schipper de America’s Cup won, is een verwoed verzamelaar. De New York Times beschreef hem ooit als ‘one of the most prodigious collectors of wine, art, and antiques in the United States’. Niet alleen bezit hij een ongekende hoeveelheid wijnen – verspreid over drie wijnkelders liggen er zo’n 40.000, waaronder extreem zeldzame exemplaren – ook heeft hij een gigantische verzameling oude geweren en hangen zijn huizen vol met onder meer Picasso, Chagall en Monet. Koch was nog nooit op Rodenstocks proeverijen geweest. Hij kocht in 1988 vier van de Th. J.-flessen via tussenpersonen van Rodenstock. Heuse relikwieën die door Koch tijdens belangrijke diners als pronkstukken op tafel werden gezet. Louter om naar te kijken.

Toen hij de flessen in 2005 uitleende aan het Museum of Fine Arts in Boston voor de overzichtstentoonstelling ’Things I love: The Many Collections of William I. Koch’, sprak de curator zijn twijfels uit over de echtheid van de flessen. Koch kon geen echtheidscertificaat overhandigen en de wijn werd geweigerd. Toen begon Koch zich stellig af te vragen of hij wellicht geflest was – en huurde gepensioneerde agenten van de FBI en Scotland Yard en verschillende wijnexperts in om Rodenstocks verleden uit te pluizen. Al snel bleek dat Rodenstock van naam was veranderd, hij heette eigenlijk Meinhard Görke, om te doen alsof hij een telg was uit een rijk Duits geslacht. Ook werd er een huisbaas getraceerd, Andreas Klein, die vertelde dat er in een oud huis dat Rodenstock van hem huurde een verzameling wijnetiketten en lege flessen stonden. En zo ging het balletje steeds harder rollen.

Echte flessen Lafite, veilig opgeborgen in de kelders van Chateau Lafite Rothschild in Bordeaux

Met een tandartsboor
Volgens Wallace staat 100 procent vast dat Rodenstock wijn vervalst. ‘Pas toen Koch de inscriptie in de flessen voorlegde aan experts, bleek dat deze niet origineel waren. De letters Th. J. waren recentelijk gegraveerd, waarschijnlijk met een gewone tandartsboor.’

De twee belandde samen in de rechtbank en het Duitse weekblad Stern publiceerde twee grote onderzoeksartikelen over de zaak. In het laatste stuk, van eind 2008, was er sprake van een doorbraak toen men op Heide Sanner stuitte, een oudere dame uit het Duitse Bad Marienberg die jarenlang voor Rodenstock wijnetiketten printte bij de kleine familiedrukkerij Kluth. Rodenstock ontkent alles. En hoewel zijn naam binnen de wijnwereld dan al is verwoest, houdt hij nog steeds zo nu en dan proeverijen in Hamburg. ‘Voor zo’n 4.000 euro entree serveerde hij als vanouds zeer zeldzame wijnen, zoals Château Mouton Rothschild 1945: beroemde wijn uit het ‘Année de la Victoire’, de overwinning over Hitler-Duitsland. Op de etiketten van de flessen van Mouton Rothschild uit dit jaar staat een grote gouden ‘V’ van ‘Victoire’. De fles die hij in december 2007 op zijn Hamburgse proeverij schonk was een zogenaamde Jéroboam, een fles met inhoud van 3 liter, waar het Château maar 24 stuks van heeft geproduceerd. Het was de attractie van de avond. En volgens Hervé Berland, CEO van Château Mouton Rothschild, betrof het hier absoluut een fles met een nagemaakt etiket.’

Charlatan of genie?
Echt of fake, Rodenstock’s wijnen smaken verbluffend. ‘Out of this universe!’ schreef Robert Parker, wiens neus voor 1 miljoen dollar is verzekerd, over een Magnum Pétrus 1921 in zijn The Wine Advocate. De wijn kreeg 100 ‘Parker Points’, de hoogst haalbare score. Toen Koch’s team bij Pétrus langsging, zei de keldermeester vol verbijstering nog nooit van een Magnum Pétrus 1921 gehoord te hebben. ‘Dat hebben wij nooit gebotteld.’  Na Rodenstocks ontmaskering concludeerde Parker dan ook doodleuk dat Rodenstock misschien wel een charlatan is, maar wel een perfecte blender.

Wijnkenner Rodenstock met een biertje

 Maar hoe deed hij dat toch, die perfecte wijn maken? Benjamin sprak twee keer uitgebreid met Ralf Frenzel,Rodenstocks persoonlijke sommelier. Benjamin: ‘Ralf heeft nooit toegegeven dat Rodenstock wijn vervalste. Wel heeft hij gezegd dat hij weet hóe hij wijn moet vervalsen. Wilde hij een bepaalde wijn maken, dan voegde hij bijvoorbeeld crème de cassis toe aan het goedkoopste Pétrus-jaar. Of port. Of cacao. Dat soort trucjes kende hij allemaal. Hij had dus bepaalde recepten voor het maken van wijn. En hij was Rodenstocks grootste bondgenoot. Hopelijk wordt het allemaal ooit duidelijk, maar ik vrees dat Rodenstock nooit zijn mond zal opendoen. De mensen die meer weten over Rodenstock, zoals zijn ex-vriendin en schlagerzangeres Tina York, laten uit angst voor hem niets los.’

Hans S.
Ondanks herhaalde pogingen is het nooit tot een persoonlijke ontmoeting tussen Wallace en Rodenstock gekomen. ‘Rodenstock communiceert alleen per fax. Toen we eindelijk een afspraak hadden in het Oostenrijkse Kitzbühel, werd de deur niet open gedaan. Ik voelde me een behoorlijke stalker toen ik rond zijn flat liep om te kijken of hij überhaupt aanwezig was. En toen zag ik hem zitten. In het donker achter zijn bureau. Het was duidelijk dat hij mij niet wilde spreken. Dat faxte hij ook toen ik weer thuis was. ‘Je verspilde je tijd om helemaal naar Kitzbühel te komen’, schreef hij. Een bizarre man, die ook altijd meteen overal van op de hoogte was. De seconde nadat ik iemand had gesproken voor het boek kreeg ik meteen een fax van hem waarin hij vertelde dat hij precies wist wat ik allemaal deed en aan wie ik mijn oprui kraaiende vragen nu weer had voorgelegd. Hij vertelde ook aan iedereen dat ik voor Koch werkte, wat natuurlijk onzin is. Rodenstock had overigens nog een tweede valse naam: Hans S. Ik weet niet wanneer en hoe hij het gebruikte, maar in een rechtsgang werd dit door Koch’s team opgevoerd.’

Ontkennen en niks onthullen
Rodenstock ontkende alle beweringen en beschuldigingen die tegen hem werden geuit gedurende zijn hele leven, maar weigerde altijd om de bronnen voor een van zijn wijnen te onthullen of ze op welke manier dan ook te laten testen of onderzoeken – zelfs toen het Duitse tijdschrift Der Stern aanbood te betalen voor de authenticatie van de Thomas Jefferson-flessen. Maar zijn grootste geluk lag waarschijnlijk in het feit dat zijn eigen stinkende zaakje werd overschaduwd door de nogal buitengewone fraude die ene Rudy Kurniawan had begaan… (bekijk vooral de film Sour Grapes uit 2016 die hierover gaat!). Op 19 mei 2018 is Rodenstock overleden. Zijn wijngeheim blijft daarmee vooral zijn geheim.

Meer verkocht dan gemaakt
Hoe vervuild is de markt momenteel? ‘Ik denk dat het vervalsen van wijn nog steeds een lucratieve business is. Een Cheval Blanc 1947 wordt nog steeds vervalst. Koch bezit twee magnums Lafleur 1947, waarvan er maar vijf in totaal zijn gebotteld. Ter indicatie: sinds 1998 zijn er op verschillende veilingen al negentien ’47 Lafleurs verkocht! Er zijn er dus veel meer verkocht dan ooit gemaakt! Het grootste voordeel van wijnfraudeurs is dat veel kopers jaren wachten met het openen van hun ‘valse’ wijnen – als ze de wijn überhaupt al openen. Koch bijvoorbeeld, had nooit de intentie zijn Jefferson-flessen te ledigen. ‘I just want a hundred and fifty years of Lafite on the wall’ zei hij mij leukweg.

Echt of fake?

Het tweede voordeel is dat wanneer verzamelaars hun flessen wél opentrekken, ze vaak de accurate smaakkennis ontberen om te weten of hun wijn echt of nep is. Om het nog ingewikkelder te maken: zelfs oude wijnen verschillen enorm van fles tot fles. Hoofd van Sotheby’s wijnafdeling, Serena Sutcliffe, vertelde me tijdens mijn onderzoek dat wijn een levend organisme is. Het beweegt, het verandert, het evolueert. Zelfs als oude wijnen naast elkaar en in precies dezelfde condities zijn weggelegd, kan de wijn onderling enorm verschillen. Ik denk dat je als geïnteresseerde dus ontzettend moet oppassen, wil je deze wijn kopen.’

En Koch? Die vat de hele gang van zaken (voorlopig) sportief op, zo blijkt uit een interview dat hij gaf aan The New Yorker: ‘I used to brag that I got the Thomas Jefferson wines, now I get to brag that I have the Fake Thomas Jeffersons wines’.

Meer drink, eet en reistips? Volg me gerust!