Bang waren ze ervan, de monniken in de Champagne, die hun flessen keer op keer weer zagen ontploffen. En waarom kregen hun stille wijnen toch steeds bubbeltjes? Wat voor duivelse zaken gebeurde er allemaal in de kelder?! Nu niet meer voor te stellen, geen enkele wijn roept immers meer de associatie op met feest dan bubbels, maar destijds werd het ‘de wijn van de duivel’ genoemd. Dom Pérignon, de legendarische keldermeester van Hautvillers – die onder andere de 25 hectare abdijwijngaard beheerde – lag er nachten wakker van: hoe kunnen we in hemelsnaam die verduivelde koolzuurontwikkeling stoppen, zodat we een ‘normale’ wijn krijgen?

Entering a war zone
Het was dan ook levensgevaarlijk om je in de rijpingskelders te begeven waar de flessen champagne hun CO2-belletjes kregen. Het toenmalige glas bleek veel te broos voor de enorme atmosferische druk die in de fles werd opgebouwd – die kan oplopen tot die vergelijkbaar met een vrachtwagenband! Flessen ontploften als wilde projectielen. De annalen van de abdij meldden dat van een bepaalde oogst maar liefst 1.560 van de 2.381 geproduceerde exemplaren uit elkaar knalden. De volgende jaargang was nog meer catastrofaal, want toen werden 1.100 van de 1.418 stuks vernield… Niet cool dus.

Dikker glas, problem solved
Met het produceren van dikwandiger glassoorten aan het eind van de 17eeuw was het gedaan met de flessenoorlog in de kelder. Heel soms ontploft er nog eens een fles, zoals dit exemplaar in de kilometerslange gang van Moët & Chandon. Gelukkig ligt hier genoeg voorraad (meer dan 100 miljoen flessen!) om hier niet (meer) wakker van te liggen.

Meer drink, eet en reistips? Volg me gerust!