Vraag je je ook wel eens af hoe het komt dat die ene witte wijn citroentjes geel is en die andere juist bleekgeel? Bij witte wijnen is oxidatie de voornaamste oorzaak van kleur. Door blootstelling aan zuurstof verandert lichtgeel in diepe goudtinten. Op hout gerijpte Chardonnay is meestal donkerder goud van kleur dan frisse, op rvs gelagerde Sauvignon Blanc. Waar een rode wijn in zijn jeugd vaak een paarsrode kleur heeft, krijgt hij bij ouderen een bruinachtige gloed. Bij witte wijn ontwikkelt de kleur zich van bleek via groengeel tot diepgoud of zelfs bruinachtig. Voor veel druiven geldt dat de kleur varieert, afhankelijk van onder andere de leeftijd en de wijnmaakmethode. Riesling bijvoorbeeld kan citroengeel zijn, maar ook goudgeel – of welke andere kleur dan ook.

En bij rode wijnen zit het zo
Het druivenras, de natuurlijk omgeving van de druif, de rijping en de techniek die gebruikt wordt om kleur uit de schillen te halen, allemaal hebben ze invloed op de kleurintensiteit van rode wijn. Druiven met een dunne schil, zoals pinot noir, produceren lichtere wijnen dan die van rassen met een dikkere schil, zoals syrah, en een wijn uit zonniger streken is dieper van kleur dan die uit koelere klimaten.

Meer drink, eet en reistips? Volg me gerust!